eensamen

Cindy: "De openheid over hoe ik me voel, blijf ik lastig vinden"

De mensen om haar heen zien een vrouw die alles heeft. Een man, twee zoons en een mooi huis. Iemand die de boel goed voor elkaar heeft en dus weinig redenen heeft om te klagen. Het woord eenzaamheid hoort daar zeker niet bij.

Maar ondanks het fijne gezin, de prettige woonplek en de vele mensen om haar heen, voelt Cindy Abrahams (44) zich toch met grote regelmaat eenzaam. Dat is niet van de laatste jaren, maar een gevoel dat ze al een groot deel van haar leven bij zich draagt.

,,Ik had een hobbelige puberteit. Op mijn 15e, op het vwo, werd ik ziek. SLE luidde de diagnose, een chronische auto-immuunziekte die voor ontstoken gewrichten zorgt en de organen kan aanvallen. Ik miste daardoor een groot deel van mijn jeugd, was weinig op school en verloor veel vrienden. Mijn studie communicatiewetenschappen brak ik af, omdat ik depressief werd. Ik voelde me toen al ontzettend eenzaam.’’

Niet gezien worden, dat omschrijft wel het beste hoe Cindy zich vaak voelt. Ze raakte door haar ziekte haar baan als ICT’er kwijt en ontfermde zich fulltime over het huishouden en haar gezin. ,,Als ik erg vermoeid ben, neemt mijn man alle praktische taken in huis over. Dat vindt hij vanzelfsprekend. Maar waar hij me niet echt bij kan helpen is het weghalen van mijn eenzaamheid, het gevoel dat ik buiten de maatschappij sta nu ik niet meer werk. De waardering voor mezelf is op zo’n moment heel laag.’’

Mensen willen graag dat je happy bent, merkt ze, ze willen dat je normaal doet. Ze zal niet snel tegen iemand zeggen dat ze eenzaam is. De angst voor de reactie is te groot.

‘ Ik ben bang dat ze dat te lastig vinden en zich van me afkeren. Anderen denken dat als je er zelf maar genoeg aan doet, het vanzelf weggaat. Dat geldt voor depressiviteit én voor eenzaamheid.’
Cindy Abrahams

Cindy dwingt zichzelf steeds weer om iets aan te pakken, onder de mensen te blijven komen, ook op de dagen dat ze zich minder fit voelt. Elke dag trekt ze er met haar mobiele telefoon op uit om in een virtuele wereld Pokémons te ‘vangen’. Op de fiets of wandelend door de wijk speelt ze het populaire spel net als tientallen fanatieke buurtgenoten. ,,Zo blijf ik in beweging, krijg ik voldoende frisse lucht en onderweg klets ik gezellig over alledaagse dingen met de andere Pokémon-vangers.’’

Verder schildert ze, zingt bij een koor, wandelt met de hond, helpt op de basisschool van haar jongste en zit in de ondernemingsraad van de middelbare school van haar oudste zoon. ,,Ik probeer opener te zijn naar buiten toe en ritme te houden in mijn dag. Dat is niet altijd gemakkelijk, maar ik doe mijn best.’’

.